- vandaag
Weerbaren-column: “Alexanderpolder 2200: Alexanderplas”
Interview tussen Jonas Martens en Julia Brökling (student Watermanagement, vak ‘Multidisciplinary Challenge’).
Wat komt er uit de koker van jonge wereldburgers die zijn opgegroeid met de acute dreiging van klimaatverandering? Jonas Martens geeft les over stedelijke klimaatadaptatie bij de opleiding Watermanagement op de Hogeschool Rotterdam. Daar ziet hij dat klimaatverandering de volgende generatie flink bezig houdt. Lees hun ideeën voor de toekomst in de ‘Weerbaren’-column van het Rotterdams WeerWoord.
Julia Brökling wil de wereld niet veranderen, maar ze helpt ons wel graag inzien dat de wereld al lang veranderd is. Als we niet opletten, hebben we straks nog grotere problemen waar de wereld zelf uiteindelijk wel uit zal komen – maar wij niet, wij Rotterdammers. Julia, zelf afkomstig uit Schiedam, legt uit hoe ze een aantal diepgewortelde zaken blootlegde met haar afstudeeronderzoek: Alexanderplas 2200. Dit onderzoek voerde ze uit voor de gemeente Rotterdam, en ik mocht haar begeleiden.
“Het verhaal waarbij de bodem, het watersysteem en de lange termijn klimaatverandering de contouren van de stad dicteren, moet overal verweven worden – en ik hoop die diep te kunnen nestelen in onze Nederlandse stedelijke ontwikkeling.” – Julia
Het stopt niet
Van oktober 2023 tot en met april 2024 viel er ongeveer evenveel regen in Nederland als het gemiddelde van een heel jaar. Diezelfde maanden waren ook de allerwarmste. Sterker nog, we hebben het warmste decennium ooit gemeten er net op zitten. De zeespiegel stijgt sneller dan we eerder berekenden. Het klimaat is allang veranderd. Heeft het nog zin om actie te voeren en te roepen dat we de temperatuurstijging moeten stoppen? Nee, “we moeten het gaan beschouwen als een feit, als wij zelf nog kinderen willen grootbrengen moeten we maar gewoon uitgaan van de kennis die we op dit moment hebben en daar onze steden op inrichten”, zegt Julia.
De vraag is niet of, maar wanneer. Iedereen kent de stijgende zeespiegelgrafiek van het KNMI – tot rond de meter zeespiegelstijging aan het einde van onze eeuw. Vaak wordt vergeten dat die grafiek niet af is, de stijgende lijn zeker niet zal stoppen na 2100, hoe verder we vooruit kijken, hoe hoger de lijn stijgt.
Volgens Brökling moeten we leren werken met wat we weten: en dus analyseerde ze een van onze diepste polders: de Alexanderpolder, de badkuip van Rotterdam, zes meter onder de zeespiegel. In de Alexanderpolder staat het water ondertussen zo hoog dat het nu al regelmatig nat en drassig is. Het water wordt weggepompt met kostbare gemalen naar nét over het randje van de kuip. Zeker met deze regenval is het volcontinue pompen eigenlijk dweilen met de kraan open. Er zijn nu al veel problemen in het gebied, van uitdrogende inklinkende ondergrond tot hoge grondwaterstanden bij hevige regen.
Technisch gezien is het een klein wonder dat we hier grote delen van onze bevolking kunnen huisvesten in torenhoge portiekflats en rijtjeswoningen, diep in de polders. En we willen meer. “Is goed”, zegt Julia.
2200
Julia besloot in haar afstudeeronderzoek de horizon flink te verleggen. Ze maakte niet alleen een perspectief voor het jaar 2050 en 2100, maar keek nóg verder, naar het jaar 2200. Deze lange termijn keuze laat zien dat we aan de vooravond staan van een onhoudbaar systeem: water weg blijven pompen tot water nergens meer heen kan. Julia trekt de conclusie dat we moeten leren leven met het water. Geen Alexanderpolder, maar Alexanderplas.
Julia vertelt haar verhaal van achteren naar voren en begint bij het jaar 2200. In dat jaar is de Alexanderplas een bruisende plek met leven dat zich afspeelt op minimaal de tweede verdieping van een gebouw. Het water is onderdeel van het systeem. Er wordt zelfs slim gebruik van gemaakt door middel van duurzame energieopslag en drinkwatervoorzieningen, maar ook het moerassige poldergebied is biodivers en in ere hersteld: de blauwe ijsvogel paradeert langs de kades. Wegen zijn drijvend en er zijn bruggen tussen de gebouwen aangelegd.
Verder naar het heden zijn er tussen 2050 en 2100 al op verschillende slim gekozen plekken al riviertjes en plassen aangelegd om de bewoners te laten wennen aan de aanwezigheid van het water. Bij het ontwerpen van nieuwbouw wordt in 2050 al rekening gehouden met het stijgende water. In bestaande gebouwen worden nutsvoorzieningen zoals elektra verplaatst naar een paar verdiepingen hoger dan de begane grond.
Gemeente Rotterdam, opdrachtgever voor het afstudeeronderzoek, moest best even wennen aan het concept en de emoties die Brökling daarmee losmaakte. Is dit echt waar we op afstevenen? Kunnen we dit nog voorkomen? Julia’s concepten laten zien dat wanneer we hard vechten tegen de ontkenning – we moeten het water leren omarmen, zodat we de angst kunnen ombuigen naar een droombeeld.
“Ik wil hieraan blijven werken, precies aan dit verhaal”, zegt ze, wetende dat ik dat met haar deel. Haar inzichten hebben veel mensen aan het denken gezet – mij ook. “Het verhaal waarbij de bodem, het watersysteem en de lange termijn klimaatverandering de contouren van de stad dicteren, moet overal verweven worden – en ik hoop die diep te kunnen nestelen in onze Nederlandse stedelijke ontwikkeling”. Ik kan me helemaal voorstellen dat ze daar zelf straks aan de knoppen zit.
Jonas Martens (j.r.j.martens@hr.nl) geeft les over stedelijke klimaatadaptatie bij de opleiding Watermanagement op de Hogeschool Rotterdam. Daar ziet hij dat klimaatverandering de toekomstige generatie flink bezig houdt. De oplossingsgerichte ideeën waar zij mee komen, blijven verbazen en verrassen. Elke maand schrijft hij in zijn column ‘Weerbaren‘ over sterke concepten en inspirerende verhalen uit zijn klas.