- 09/07/2025
Hitte treft niet iedereen gelijk: waarom klimaatrechtvaardigheid bij hitte cruciaal is
Hittegolven zijn een van de dodelijkste weersomstandigheden in Nederland. Tijdens warme zomers overlijden honderden mensen meer dan gemiddeld. Vooral ouderen, mensen met een chronische ziekte en mensen met een laag inkomen lopen extra risico. Tijdens de hittegolf in juli 2019 stierven volgens het CBS ongeveer 400 mensen meer dan in een gewone zomerweek.
Achter deze cijfers schuilt een groter probleem. Hitte raakt niet iedereen even hard. Niet alleen de temperatuur telt, maar ook hoe mensen wonen en leven bepaalt wie kwetsbaar is.
Niet iedereen merkt hitte evenveel
In Rotterdam is dat goed zichtbaar. Wie in een koele, groene buurt woont, met een tuin of goed geïsoleerd huis, beleeft een hittegolf anders dan iemand in een stenige wijk, in een slecht geïsoleerde woning zonder zonwering of airco. Ook gezondheid, inkomen, je sociale netwerk en zelfs geslacht spelen een grote rol. Oude, stenige wijken kunnen soms wel zeven graden warmer zijn dan koelere buitenwijken. Juist daar wonen vaak mensen met minder geld en minder mogelijkheden om zich te beschermen. Hitte is dus niet alleen een kwestie van het weer, maar ook van hoe eerlijk kansen en bescherming verdeeld zijn in de samenleving.
Hitte neemt toe
Onderzoek van het RIVM en KNMI laat zien dat het aantal hittedagen sinds 1901 is verdubbeld. De toekomst wijst op nog extremere hitteperiodes. Het Planbureau voor de Leefomgeving waarschuwt dat juist kwetsbare groepen minder mogelijkheden hebben om zich aan te passen. Groen in de wijk verlaagt de lokale temperatuur met gemiddeld twee tot vier graden, maar armere wijken hebben vaak minder groen. En mensen die weinig contact hebben met anderen, hebben een groter risico om te overlijden tijdens hittegolven. Dat blijkt uit internationaal onderzoek. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) onderstreept in het rapport Mens en klimaat (2025) dat het belangrijk is om meer te investeren in een sterke sociale omgeving. Volgens de WRR helpen sociale factoren, zoals hoe mensen omgaan met onzekerheid, hoe goed mensen elkaar steunen en hoe hun financiële situatie is, om beter om te gaan met klimaatverandering.
Minder zichtbare kwetsbaarheden
Vaak wordt vergeten dat sommige groepen extra risico lopen. Mensen met een beperking, chronische ziekten, psychische problemen of neurodivergentie ervaren hitte niet alleen als ongemak, maar als een gevaar voor hun gezondheid. Denk aan iemand met hartproblemen die in een warme flat woont zonder ventilatie. Of een jongere met autisme die bij hitte sneller overprikkeld raakt en moeite heeft signalen van oververhitting te herkennen. Transpersonen kunnen extra risico lopen op oververhitting door hormoontherapie of het dragen van binders, die de temperatuurregeling van het lichaam beïnvloeden. Zelfs tussen mannen en vrouwen bestaan biologische verschillen. Vrouwen zweten gemiddeld minder en raken sneller oververhit. Hitteongelijkheid gaat dus niet alleen over arm of rijk, maar ook over wie je bent, hoe je lichaam werkt en hoe je omgeving eruitziet. Er zijn natuurlijk meer mensen voor wie hitte een risico is dan hier genoemd. Juist daarom is het belangrijk om breder te kijken dan alleen de groepen die we al goed kennen.
Niet alleen buiten
Veel beleid richt zich op de buitenruimte. Dat is logisch, want vergroening, schaduwplekken en waterbuffers maken wijken koeler en prettiger. Maar vaak vergeten we de woningen. Tijdens hitte worden vooral slecht geïsoleerde (sociale) huurwoningen extreem warm. Juist mensen met weinig geld wonen daar en hebben geen geld voor aanpassingen of verkoeling. Zo stapelt de ongelijkheid zich op.
Wie vergeten we?
Klimaatbeleid gaat in de kern over samen sterker worden, maar raakt in de praktijk vaak individuen. Het roept vragen op: voor wie maken we de stad weerbaarder? En wie vergeten we daarbij? In Rotterdam zijn al veel stappen gezet. Er zijn hittekaarten gemaakt, koele plekken ingericht, samenwerking met woningcorporaties en vergroening met andere organisaties. Maar geen enkele maatregel is helemaal neutraal. Elke keuze – waar we meer groen maken, wie we erbij betrekken en waar we geld in steken – bepaalt wie er voordeel van heeft en wie niet.
Klimaatrechtvaardigheid begint met erkenning
Klimaatrechtvaardigheid vraagt dat we verder kijken dan fysieke kwetsbaarheid. Het vraagt dat we stilstaan bij wie over het hoofd wordt gezien en waarom. Niet omdat we alles in één keer kunnen oplossen, maar omdat erkenning de eerste stap is naar rechtvaardigheid. Een koelere stad is niet alleen een groenere stad, maar een stad waar iedereen kan ademen als de hitte toeslaat.
Wie wordt volgens jou nog te vaak over het hoofd gezien in het hitte- of klimaatbeleid? En wat betekent het om klimaatrechtvaardigheid echt mee te nemen in beleid en uitvoering? Laat het weten via klimaatrechtvaardig@rotterdam.nl of neem contact op via LinkedIn van Klimaatrechtvaardig Rotterdam.