Hitte
Soms is het verzengend heet in Rotterdam. Vooral in de dichtbebouwde, versteende oudere stadswijken, bedrijventerreinen en het centrum is het dan niet om uit te houden. Deze hete periodes zullen steeds vaker voorkomen.
Extreme hitte is gevaarlijk. Vooral ouderen, jonge kinderen en chronisch zieken zijn extra kwetsbaar. Helaas blijkt dat uit verhoogde sterftecijfers. Ook bruggen en tramrails kunnen schade oplopen. Blauwalg in oppervlaktewater is een ander probleem. Het KNMI verwacht dat het aantal tropische dagen met luchttemperaturen boven de 30 °C zal toenemen van gemiddeld drie nu, tot in 2050 tot vijf tot elf tropische dagen per jaar. In 2085 zelfs zes tot achttien tropische dagen per jaar. Het zal duidelijk zijn: we moeten onszelf en de ecologie van de stad beschermen tegen extreme hitte.
Opgaven Hitte
Het is daarom van belang dat Rotterdam en de Rotterdammers zich aanpassen aan hitte en de negatieve gevolgen daarvan te beperken door:- Het hitte-eiland effect tegen te gaan door te vergroenen, te ontharden en het bevorderen van ventilatie.
- De gevoelstemperatuur te verlagen op plekken waar mensen langere tijd doorbrengen in de buitenruimte.
- De temperatuur in vastgoed te verlagen met duurzame verkoelende maatregelen.
- Rotterdammers bewust maken van de risico’s die hitte met zich meebrengt en hen handvatten te bieden om zichzelf en anderen te beschermen.
- De kwetsbare en vitale functies zoals oppervlaktewater, drinkwaterleidingen en bruggen hittebestendig in te richten en beheren.
Toename van hitte-eiland effect
Tijdens hete dagen absorbeert verharding in de stad veel warmte. Die warmte wordt behalve door de luchttemperatuur ook veroorzaakt door verkeer, industrie en bijvoorbeeld airconditioning. Ook is er minder verdamping via groen, gebrek aan ventilatie door dichte bebouwing en draagt luchtvervuiling bij aan hogere temperaturen. Dit zorgt ervoor dat zeker op windstille dagen (tijdens hittegolven is er vaak weinig wind) de stad ‘s nachts niet goed kan afkoelen. Met name ’s nachts ontstaan er zo grote verschillen tussen de luchttemperatuur in het dichtbebouwde centrum en het landelijke gebied: dit wordt het hitte-eiland effect genoemd.
Onderstaand figuur geeft een beeld van de nachttemperatuur op een hete zomerdag. In werkelijkheid zal het hitte-eiland effect tijdens sommige momenten in de nacht nog groter zijn. De rode gebieden in de kaart laten zien waar de luchttemperatuur relatief hoog blijft vergeleken met de temperatuur buiten de stad. Dit kan leiden tot tropische nachten: met temperaturen van boven de 20 °C. Duidelijk is dat de luchttemperatuur het hoogst blijft in het centrum, de stadswijken en op de bedrijventerreinen.
Toename van gevoelstemperatuur in de buitenruimte
De gevoelstemperatuur is een goede indicatie voor de hittestress die kan optreden bij mensen. De gevoelstemperatuur geeft aan welke temperatuur het lichaam ervaart en dat is iets anders dan de luchttemperatuur. De gevoelstemperatuur wordt berekend op basis van onder andere de luchttemperatuur, straling, wind en luchtvochtigheid en wordt ook bepaald door de inrichting van de omgeving en de kleding die een persoon draagt. Bij een gevoelstemperatuur van 23 graden Celsius treedt lichte hittestress op, vanaf 35 graden Celsius sterke hittestress en vanaf 41 graden Celsius van extreme hittestress. In het bijzonder ouderen, jonge kinderen, zwangere vrouwen en mensen met een hoog BMI kunnen hier last van hebben. Soms met de dood tot gevolg.
Een gebied met een hoge gevoelstemperatuur kan een probleem zijn als mensen hier langere tijd buiten verblijven. In onderstaande figuur is zichtbaar dat de gemiddelde gevoelstemperatuur per buurt verschilt. Maar ook binnen een sub buurt kunnen grote verschillen optreden tussen straten omdat bijvoorbeeld de bebouwing en inrichting verschillen.
De lokale gevoelstemperatuur is verbeeld in onderstaande kaart. De gevoelstemperatuur is goed lokaal te beïnvloeden door bijvoorbeeld schaduw te creëren. Een hoge gevoelstemperatuur ontstaat juist overdag in tegenstelling tot het hitte-eiland effect dat in de nacht het grootst is.
De voorspelling is dat in 2050 de combinatie van hogere temperaturen door klimaatverandering en vergrijzing kunnen leiden tot een sterkere toename van sterfte door hitte. De verwachting is dat er ruim meer mensen sterven aan hitte dan bijvoorbeeld aan griep of het verkeer als er geen maatregelen worden genomen.
Toename van temperatuur in gebouwen
De luchttemperatuur rondom een gebouw bepaalt maar in kleine mate de temperatuur in het gebouw. De hoogte van de binnen temperatuur is sterk afhankelijk van de karakteristieken van een gebouw zoals zonwering, oriëntatie van de gevelopeningen en het dak, maar ook van het gedrag van de bewoners of gebruikers. Dit probleem is per pand positief te beïnvloeden en heeft veel invloed op de afname van gezondheidsrisico’s van hitte. Duidelijk is dat gebouweigenaren en beheerders zelf voor een goed binnenklimaat moeten zorgen.
Uitval van vitale functies in de stad
Stijgende temperaturen hebben invloed op de infrastructuur en het watersysteem, zowel in de boven als de ondergrond. Tijdens hete dagen moeten bijvoorbeeld meerdere beweegbare bruggen in Rotterdam handmatig worden gekoeld om te voorkomen dat ze niet meer kunnen openen of sluiten. Een probleem dat steeds prominenter wordt is de opwarming van drinkwaterleidingen. Een hoge temperatuur in drinkwaterleidingen verhoogt het risico op de groei van ziekteverwekkers (zoals Legionella).
Drinkwater
In de Drinkwaterwet is bepaald dat de temperatuur van het geleverde drinkwater niet hoger mag worden dan 25 °C. Door de opwarming van de ondergrond wordt deze bovengrens steeds lastiger te garanderen en ontstaat er een gezondheidsrisico. De aanleg van warmteleidingen naast drinkwaterleidingen versterkt deze opgave verder.
Onderstaande figuur geeft een indicatie waar risico is op opwarming van drinkwaterleidingen door de warmere bodem. Er vindt in Rotterdam nader onderzoek hiernaar plaats samen met drinkwaterbedrijf Evides.
Oppervlaktewater
Ook de temperatuur van oppervlaktewater wordt in hete perioden hoger. Een stijgende watertemperatuur verhoogt het risico op de groei van ziekteverwekkers en blauwalg, botulisme en stank, waardoor gezondheidsrisico’s kunnen ontstaan voor bijvoorbeeld zwemmers. Riool overstorten tijdens piekbuien dragen hier nog extra aan bij en zijn ongewenst. Het aantal aaneengesloten dagen waarop de watertemperatuur boven de 20 °C komt, is bepalend voor de ontwikkeling van blauwalg. In onderstaande figuur is te zien welk oppervlaktewater het meest risico loopt voor opwarming. Ook de ecologische waterkwaliteit is aangegeven. De boezemwateren Rotte en Schie, de plassen, en singels hebben een hoog risico op de geschetste problemen.
Belangrijkste oplossingsrichtingen
Voorkomen opwarming van de stad (hitte-eiland effect)
Het is nodig bijzondere aandacht te geven aan de inrichting van de stad. Gebruik materialen die zo min mogelijk warmte vasthouden of warmte absorberen, denk aan lichte kleuren, half verharding of hout. Het zorgen voor schaduw met bomen of bijvoorbeeld schaduwdoeken draagt hieraan zeker ook bij.
Vergroening en ontharding zorgt voor meer schaduw en koelt doordat groen water verdampt. De andere zijde van de medaille is wel dat er (grond)water beschikbaar moet zijn om te verdampen, juist in hete perioden kan het ook droog zijn. De keuze van plek en soort bomen dient weloverwogen te gebeuren om geen nieuwe problemen te introduceren.
Het tegengaan van andere bronnen van stedelijke opwarming verdient ook aandacht, zoals reductie van autoverkeer en beperking van warmte uitstoot van industrie en het tegengaan van airconditioning, Andere vormen van klimaatregulatie in gebouwen is gewenst, zoals zonwering, ventilatie, groene daken en gevels.
Creëren van koele plekken in en om de stad
Vooral voor mensen zonder koele woning of privétuin zijn openbare koele plekken noodzakelijk. De WHO (World Health Organisation) beveelt aan dat de loopafstand naar een koele plek met minimaal 200 m² schaduw niet groter is dan 300 meter.
Door meer openbare ruimte te vergroenen en schaduw te creëren of door koele plekken tot een verblijfsplek te maken, kan het aantal koele plekken worden vergroot, vooral in het centrum en in de aangelegen stadswijken en op sommige bedrijventerreinen.
In private tuinen helpt het ‘onttegelen’ en toevoegen van groen om thuis een koelere plek te creëren. Belangrijke kanttekening is dat voor echte verkoeling een flink oppervlak nodig is (200 m2) en dat vooral bomen hieraan bijdragen.
Looproutes
Ook de looproutes naar deze koele plekken verdienen aandacht. Zorg bijvoorbeeld dat altijd een zijde van de straat beschaduwd is. Zeker in de nabijheid van gebouwen waar ouderen of kinderen verblijven zijn koele verblijfsplekken en looproutes gewenst.
Naast de koele plekken dicht bij huis, zijn ook de grotere groene (recreatie) gebieden in en buiten de stad belangrijk tijdens warme dagen, waarbij zwemwater helpt, zoals de Kralingse Plas en de Zevenhuizerplas. Juist daar is een robuust watersysteem gewenst, waarin de waterkwaliteit ook bij hitte goed is. Zie de figuur hieronder.
Beter leefklimaat in woningen
Verminderen van stralingswarmte in en op de woning overdag en ‘s nachts natuurlijk kunnen ventileren en koelen van woningen is essentieel voor een goede nachtrust tijdens hete dagen en het voorkomen van gezondheidsklachten. Goede nachtelijke ventilatie en het voorkomen dat de woning overdag opwarmt, door goede zonwering, schaduw van bomen, groene gevels en daken, kunnen ervoor zorgen dat een airco overbodig blijft. Zie de figuur hieronder.
Om hun woning te kunnen koelen, zetten mensen de ramen open. Dat is echter in gebieden met veel geluidshinder en slechte luchtkwaliteit lastig en brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Het is daarom van belang om geluidshinder en fijnstof concentraties te verminderen. De Rotterdamse Mobiliteitsaanpak en een voortvarende uitvoering daarvan is een belangrijke oplossingsrichting voor dit probleem. Met de toename van langzaam verkeer, elektrische en deelvoertuigen en het zorgen dat straten goed ventileren (geen afgesloten bomendek) kunnen de fijnstof concentraties en geluidshinder afnemen.
Kwetsbare groepen
Tijdens hittegolven kan in Nederland de sterfte tot 12% toenemen. Vooral kwetsbare groepen zoals eenzame ouderen, jonge kinderen en zorgbehoevenden lopen extra risico. Daarnaast is hitte ook een thema waarbij sociaaleconomische ongelijkheid een rol speelt. Het is voor huurders met lagere inkomens vaak veel lastiger om hun woning koel te houden dan voor particuliere huiseigenaren met hogere inkomens, die vaak ook een eigen tuin hebben.
Bij de inrichting van buitenruimte gericht op verkoeling, kan hier rekening mee worden gehouden. Daarnaast draagt goede voorlichting over gedragsmaatregelen bij hitte eraan bij dat mensen rekening houden met de invloed van hitte. Hitteplannen, die in werking treden bij (dreigende) hittegolven, helpen om erop voorbereid te zijn en de juiste maatregelen in gang te zetten. Gerichte voorlichting en ondersteuning zijn hier onderdeel van.
Hittebestendige gebouwen en vitale functies
Het hittebestendig ontwerpen of aanpassen van gebouwen en hun directe omgeving is in het licht van de klimaatverandering een goede strategie. Goede ingebouwde of externe zonwering, schaduw van bomen, groene gevels en daken en goede nachtelijke ventilatie kunnen ervoor zorgen dat een airco overbodig blijft. Uit onderzoek blijkt dat vooral goede zonwering helpt.
Klimaatadaptief ontwerpen als norm, gaat ervoor zorgen dat we het zowel binnen als buiten de stad leefbaar houden. Klimaatverandering vraagt meer aandacht voor het ontwerp van vitale functies in de stad, zoals bruggen, schakelkasten van nutsvoorzieningen, ziekenhuizen, maar ook ondergrondse leidingen.